De vier ministers van Energie die ons land rijk is, keken elkaar gisterochtend voor het eerst in de ogen voor een cruciale discussie over de toekomst van het energiebeleid. Eigenlijk had de uitvoering van die energievisie al meer dan een jaar geleden moeten starten, maar nu pas lijkt de tijd rijp. Grote uitdaging: België moet de komende decennia de kernuitstap proberen te verzoenen met een drastische daling van de CO2-uitstoot en zware investeringen in hernieuwbare energie.
De Belgische ministers van Energie spraken gisteren af tegen het einde van het jaar klaar te zijn met een energiepact dat de visie van ons land vastlegt tegen 2030 en 2050.
Haalbaar?
De vraag is of het technisch nog wel mogelijk is om voldoende energiecapaciteit te scheppen tegen 2022, wanneer volgens de huidige planning de kernuitstap moet beginnen. De eerste centrales aan de beurt zijn de ‘scheurtjescentrales’ Doel 3 en Tihange 2. Die verlengen zal zeer gevoelig liggen.
N-VA-energiespecialist Andries Gryffroy gelooft niet dat het nog haalbaar is om intussen vervanging te bouwen. ‘Als het energiepact er in 2015 was gekomen, zoals aanvankelijk gepland, hadden we nog een kans gemaakt’, zegt hij. ‘Nu verwacht ik dat de uitwerking van het energiepact deel zal uitmaken van de regeringsonderhandelingen in 2019.’
Eerder maakte N-VA al duidelijk dat er snel een langetermijnvisie moest komen. 'Dat is prioritair. Als we daar pas op het einde van de legislatuur mee klaar zijn, dan komen we overal en altijd te laat', zei Bert Wollants (N-VA) aan De Standaard. 'Visie is niet gelijk aan initiatieven nemen en dan achteraf je verhaal daaraan aanpassen.’
Om de ministers te inspireren, publiceerden de milieubeweging en de grootindustrie Febeliec (via het onderzoeksinstituut EnergyVille) elk hun toekomstscenario. De resultaten liggen niet bijster ver uit elkaar, de conclusies wel. Lees hier hun bevindingen.