Mijnheer de minister,

Collega’s,

We staan voor een elektrificatie van de maatschappij. We willen meer doen met minder kWh. We zullen ook meer kWh op andere momenten moeten verbruiken. Elektrificatie wordt zo een contradictio in terminis : elektrificatie betekent dat we energie kunnen besparen door bijvoorbeeld over te schakelen op e-mobiliteit, verwarming,…

Dus zal het elektrisch verbruik onvermijdelijk toenemen. Op zich geen probleem : je kan meer GWh verbruiken. Maar als we dit beter spreiden in de tijd zullen we minder conventionele piekcapaciteit nodig hebben voor de verbruikers, maar wel meer piekverbruik om in te spelen op de intermitterende groene stroom productie. 

Het profiel uitvlakken zorgt voor minder congestie, minder netinvesteringen en dus minder netkosten. Dit moet je kunnen monitoren. Enkel als we weten hoe en wanneer we wat verbruiken en eventueel zelf produceren, kunnen we de gepaste maatregelen nemen.

Het is tijd dat we de volgende stap zetten van consument/prosument naar consumactor/prosumactor. Niet enkel consumeren, niet enkel produceren maar ook actief actor worden in het net. Zo komen we sneller tot minder kWh, maar ook tot slim verbruikte kWh.

Er zijn daarvoor 3 dilemma’s :

1. Minder kWh verbruiken:

Een decoder laten aanstaan in slaapstand kost 60 €/jaar. Het verschil tussen een oude diepvries en een nieuwe bedraagt 60 €/jaar. Een volgeladen gsm-batterij in het stopcontact slorpt nog steeds energie. Als we een gasketel van minstens 15 jaar oud vervangen door een nieuwe compacte ketel kunnen we tot 50% besparen op gasverbruik. Dit zijn enkele voorbeelden die duidelijk maken dat er nog veel mogelijkheden zijn voor energie-efficiëntie.

2. kWh op een ander ogenblik verbruiken:

Het opladen van een elektrische wagen kunnen we verschuiven in de tijd en dat in functie van de bevoorrading. Onlangs sprak ik iemand die een tijdschakelaar heeft geïnstalleerd. Zodoende wordt de autobatterij opgeladen als de huishoudelijke taken achter de rug zijn. Op die manier kan hij vermijden dat de hoofdschakelaar afslaat. Hij doet dit niet omwille van de prijs, maar voor het eigen comfort. Dat kunnen we eveneens toepassen voor de diepvriezer, de warmtepomp of de vaatwasser.

3. Data

Momenteel beschikken we niet over voldoende cijfers. De barometer groene energie (energiesparen.be) geeft de cijfers over de hoeveelheden van vorig jaar weer. De cijfers over het aantal installaties en het opgenomen vermogen, zijn ondertussen al 3 maanden oud. In september waren er 21 windmolens bijgekomen. Volgens het WVEA zouden er dit jaar een 80 windturbines geplaatst zijn. Betekent dit dat er de laatste maanden 60 windmolens zijn bijgekomen? We stellen vast dat de cijfers afhankelijk zijn van welke bron je raadpleegt. Maar al te vaak gaat het over inschattingen prognoses.

De data moet correcter en nauwgezet worden verzameld. Waarom kunnen wij niet wat in Nederland wel mogelijk is? Met www.energieopwek.nl kunnen ze in realtime de productie van hernieuwbare energie raadplegen.

We moeten de burger beter betrekken bij de groene energiemarkt. Daarvoor heb ik een trilogie van conceptnota’s geschreven:

  • Decentrale opslag = rollende of stationaire batterijen bij de mensen thuis. Dit moet ervoor zorgen dat uw eigen productie meer direct kan verbruikt of opgeslagen worden.
  • Energie-delen = zonnepanelen op andermans dak. Laat mensen mee participeren in grotere installaties en geef ze niet een puur financieel rendement maar een rendement via het commodity gedeelte van de factuur.
  • De digitale meter moet slim gemaakt worden. Daarmee kunnen we een slim net uitbouwen. Dit geeft tevens de mogelijkheid om nieuwe energiemarkten te creëren.

De smartphone en de printplaat worden de toekomst. Daardoor kunnen we de digitale meter ook effectief slim maken. Als je de digitale meter uitrolt (vanaf 2019) en hem slim wil maken, dan moet je ook de mogelijkheden creëren om “slim” in euro’s om te zetten. We moeten de gezinnen en de ondernemingen de kans geven om betrokken te worden in de groene markt. Dat kan op verschillende manieren:

  • Bij een hoge vraag en weinig aanbod incentives geven om af te schakelen
  • Bij een lage vraag en veel aanbod incentives geven om te verbruiken

Kortom, we moeten nieuwe marktmodellen faciliteren en een aangepast kader aanbieden.

De oplossingen zijn dringend. We mogen geen tijd verliezen.  Wij trekken voluit de kaart van de duurzame energie. De bevolking en de ondernemers doen dat ook, maar zijn onvoldoende betrokken in de groene markt.  We moeten van de consument/prosument naar de consumactor/prosumactor gaan. Het gaat hier niet enkel over het lokaal produceren en consumeren van energie, maar ook over een actieve rol als actor. Zo kan iedereen zijn steentje bijdragen om het net te stabiliseren. Op die manier kunnen we kWh besparen, kWh verschuiven en dit in real time met het net.

De oplossingen rond opslag – energie-delen – nieuwe energiemarkten bieden hier een antwoord op.  We moeten gas geven, willen we op tijd klaar geraken.

Onderwerpen