We moeten blijven inzetten op rationeel energiegebruik. Door rationeel om te springen met energie vermindert het verbruik. Dat vertaalt zich uiteraard in een verlaagde energiefactuur én minder milieuvervuiling. Er is dan ook een waaier aan REG-premies om rationeel energiegebruik te promoten. Andries Gryffroy vroeg de cijfers over het succes van deze premies op bij de minister van Energie. Uit die cijfers blijkt dat het bedrag aan uitgekeerde premies voor rationaal energiegebruik zowel in 2016 als in 2017 daalde.
Gryffroy: “Het totale bedrag daalt van € 97 miljoen in 2015 over € 94 miljoen in 2016 naar € 92 miljoen in 2017.” Dat betekent een daling met 2% ten aanzien van 2016 of zelfs 5% ten aanzien van 2015. Specifiek voor woongebouwen zien we een daling zien van -1% t.o.v. 2016 of -5% t.o.v. 2015 in het bedrag aan uitbetaalde premies.
Voor de woongebouwen neemt het aantal dossiers in 2017 af met -3% t.o.v. 2016 of -9% t.o.v. 2015. Dat zet zich ook verder in de waar we een daling zien van -1% t.o.v. 2016 of -5% t.o.v. 2015.
Bij de niet-woongebouwen zoals bedrijfsgebouwenmerken we vooral in 2017 een achteruitgang in het aantal dossiers (-18%) en de uitbetaalde premies (-13%).
Onder meer het aandeel van de lokale besturen blijft fors afnemen. Het aantal dossiers daalde bij de openbare besturen met 41% en de uitbetaalde premies met -14% in vergelijking met 2016. In vergelijking met 2015 stellen we een afname vast van bijna 2/3de.
Het gebruik van De REG-premies gaat dus op alle vlakken achteruit. Vlaams Parlementslid Andries Gryffroy stelt dan ook 4 concrete maatregelen voor:
1. Een gedegen en slagkrachtig energiebeleid start bij feiten en cijfers. Om kort op de bal te kunnen spelen en snel in te grijpen, is het belangrijk dat de cijfers over de REG-premies per kwartaal worden verzameld, en niet op jaarbasis. Zo kan de minister sneller bijsturen.
2. Voor de bedrijven stellen we voor om te werken met één aanspreekpunt namelijk het ondernemersloket. Nu moeten bedrijven voor de ecologiepremie bij het ondernemersloket zijn en voor de REG-premies bij de DNB’s (distributienetbeheerders).
3. Om beter te kunnen analyseren waar moet bijgestuurd worden voor woongebouwen, vragen we aan de minister om de gebruikers van de premie beter te identificeren. Zo kan men vaststellen wie gebruikt maakt van de premies en wie niet, en acties ondernemen om moeilijkere bereikbare doelgroepen aan het renoveren te krijgen. Er is wellicht nood aan meer gerichte informatie- en sensibiliseringscampagnes. De Energiehuizen, distributienetbeheerders, lokale besturen en OCMW’s kunnen daarbij een belangrijke rol spelen
4. Vele steden en gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant en tonen hier mee hun engagement inzake klimaatdoelstellingen, maar we moeten vaststellen dat ze toch te weinig investeringen doen. Nochtans hebben zij een voorbeeldfunctie.
