Uit mijn berekeningen blijkt dat PV-installaties bij de gezinnen (minder dan 10 kW geïnstalleerd vermogen) vandaag ongelijk verspreid zijn over Vlaanderen. Vooral de steden hebben het (zon)licht nog niet gezien en moeten een tandje bijsteken.

Met mijn conceptnota over zonnedelen reik ik een nieuw kader aan om investeringen in zonnepanelen een boost te geven. Om onduidelijke redenen is de bevoegde minister, Bart Tommelein, nu al maanden aan het talmen om een decretaal kader voor zonnedelen uit te werken.

PV-installaties, een nieuwe trend?

PV-panelen zitten opnieuw in de lift. Enkele dagen geleden pakte de minister van energie uit met indrukwekkende cijfers. Dit jaar zijn er reeds 16.000 nieuwe PV-installaties aangegeven. De meimaand vestigde zelfs een nieuw record.

Dat betekent een positieve evolutie. Maar kunnen we spreken van een trend? Ik vrees dat die cijfers iets te optimistisch zijn. De voorbije maanden werd immers een intensieve campagne gevoerd om de PV-panelen aan te geven. In de strijd tegen energiefraude moeten alle eigenaars dit doen voor 1 juni 2017. Gebeurt dat niet, dan riskeert men een boete.

Cijfers circuleerden dat 1 op de 6 PV-installaties niet geregistreerd zouden zijn. Daarmee ontsnapte men aan de prosumentenvergoeding voor het gebruik van het distributienet. De regels gelden voor iedereen. De samenleving betaalt immers de factuur van diegenen die niet bijdragen voor de kost van het energienet.  Besluiten dat PV terug in de lift zit, op basis van de indrukwekkende cijfers, kan wel eens als een boemerang terugkeren, als zou blijken dat een heel pak van die installaties geen nieuwe, maar gewoon geregulariseerde installaties zijn.

Zonnedelen moet ongelijke verspreiding zonnepanelen wegwerken

Er is nog heel wat werk aan de winkel. Het potentieel is enorm. Naar schatting zijn minder dan 10% van de geschikte daken voorzien van zonnepanelen. Uit mijn berekeningen blijkt dat er amper zonnepanelen op particuliere daken in de steden zijn. Zo telt Antwerpen per duizend inwoners amper 31,5 kiloWatt (kW) aan zonnepanelen. Ook steden als Gent (82 kW), Leuven (92 kW) en Mechelen (94 kW) doen het opmerkelijk minder goed. Een verklaring daarvoor is dat er in de steden minder individuele daken beschikbaar zijn. Vandaar adviseer ik de minister om deze ongelijke verdeling prioritair weg te werken en zich op de steden te richten. Om dit mogelijk te maken, is het belangrijk dat de drempels worden weggewerkt en een nieuw kader wordt aangereikt.

Met mijn conceptnota over ‘Zonnedelen’ wil ik investeringen in zonnepanelen op andermans dak mogelijk maken. Dat moet toelaten dat leden van een sportclub, klanten van een supermarkt, inwoners van een gemeente of werknemers van bedrijven kunnen investeren in PV-panelen op het dak van de betreffende gebouwen.

Zonnedelen moet investeringen in hernieuwbare energie in het algemeen een boost geven. Want dit investeringskader is eveneens toepasbaar voor andere vormen van hernieuwbare energie, zoals windmolens.

Het concept van het Zonnedelen werd niet alleen opgepikt in het Zonneplan van minister Tommelein, ook ondernemers tonen hun interesse. Vandaar is het hoog tijd om een versnelling hoger te schakelen en werk te maken om dit idee met een decretaal kader in de praktijk om te zetten. Maar de minister talmt. Er is weliswaar een studie aangekondigd, maar we blijven nog steeds op onze honger zitten.

Jouw gemeente?

Ben je benieuwd hoeveel vermogen (kW) er in jouw gemeente is geïnstalleerd? Klik dan hier.

Onderwerpen