“Kleine- en middelgrote windmolens bijvoorbeeld kunnen een waardevolle bijdrage leveren, maar krijgen vaak de wind van voren.”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger en energiespecialist Andries Gryffroy.
Met het plan ‘Windkracht 2020’ formuleert de Vlaamse regering de ambitie om tegen 2020 maar liefst 280 extra windmolens te plaatsen in Vlaanderen. "Als we weten dat de periode tussen het indienen van de plannen en het effectief plaatsen van een grote windmolen jaren kan aanslepen, lijkt dit een bijna onmogelijke opdracht", stelt Andries Gryffroy. "Waarom kijken we dan ook niet naar andere technologieën met minder ruimtebeslag?"
Klein, maar dapper
Grote windturbines produceren veel elektriciteit maar hebben een grote impact op de omgeving. In het dichtbevolkte Vlaanderen botsen deze al snel op de grenzen van het maatschappelijk haalbare. Daarom moeten we ze doelgericht ontwikkelen. “Kleine en middelgrote windmolens kunnen vooral in windrijke gebieden een waardevolle bijdrage leveren aan de energieproductie. Op de daken van appartementsgebouwen aan de kust kunnen bijvoorbeeld compacte kleine windmolens geplaatst worden van 10 kW, zonder dat ze de omgeving overlast bezorgen. Hun visuele en technische impact is immers zeer beperkt". stelt Andries Gryffroy. Er zijn veel verschillende types op de markt, met rendementen en kostprijzen die heel sterk uiteenlopen. In Vlaanderen is het kader om deze technologie meer kansen te geven, te vaag en te beperkt. Om het rendement van deze technologie verder te verbeteren zijn bijkomend technologisch onderzoek en een regelgevend kwaliteitskader nodig.
Geschikt voor KMO’s en MO’s
De Vlaamse regering werkt momenteel aan een ondersteuningssysteem voor kleine- en middelgrote windmolens onder de vorm van investeringssteun. De N-VA wil die ondersteuning aanbesteden, en dit op basis van een systeem van een gesloten enveloppe: de projecten die het minste financiële steun vragen aan de overheid, krijgen als eerste de investeringssteun, En zo verder, tot de voorziene budgetten van deze bieding zijn uitgeput. “Enkel de meest efficiënte projecten op de beste locaties zullen dan ondersteuning krijgen, op basis van een goede analyse van kosten en baten”, zegt Gryffroy. Een windrijke omgeving is belangrijk, maar ook het verbruik telt mee. Hoe meer men zelf de geproduceerde elektriciteit kan gebruiken, hoe minder men op het net moet brengen en hoe interessanter de investering.
“Kleine windmolens op appartementsgebouwen of middelgrote windmolens op KMO-sites met een groot eigen verbruik zijn interessant. Dit is voor de N-VA belangrijk”, benadrukt Gryffroy. “De energietransitie moet duurzaam en betaalbaar zijn. Wij willen geen tweede fiasco zoals met de overgesubsidieerde zonnepanelen, waarvoor we met zijn allen nog steeds betalen.”
Dit artikel verscheen in het Nieuw-Vlaams Magazine (juni 2018)