Het Europees Hof van Justitie bond de kat de bel aan. Het riep Vlaanderen 2 maal op het matje. Zo mag de Vlaamse overheid bedrijven niet verplichten om grensoverschrijdende arbeidscontracten en facturen enkel en alleen in het Nederlands op te stellen. Dit zou het vrij verkeer van goederen en diensten immers verhinderen. Vlaanderen heeft er ondertussen een mouw aangepast. De documenten blijven in het Nederlands, maar een 2de taal naar keuze mag. Mocht er een juridische betwisting zijn, dan primeert de Nederlandstalige versie.
De conceptnota zet echter een stap verder. Het stelt een ingrijpende hervorming voor. Zo creëert men de mogelijkheid om de documenten, volgens de voorkeur van de betrokkenen, in 1 taal op te stellen namelijk het Nederlands, Frans, Duits of het Engels.
Wij vragen een pragmatische aanpak met een goed evenwicht tussen taalbescherming en de principes van een open economie en de vrije markt. De huidige aanpassingen bieden een voldoende basis om dit te garanderen. We moeten eveneens oog hebben voor mogelijke valkuilen. Het zijn immers de sociaal zwakkeren of diegenen in een afhankelijke contractuele positie die het nadeel zullen ondervinden als ze de documenten niet begrijpen.
Dit wordt ongetwijfeld vervolgd…