Gisteren werd het ontwerpdecreet Lokaal Bestuur in de Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid goedgekeurd. Een nieuwe stap op weg naar efficiënt en slagkrachtig lokaal bestuur. “Zo voorziet het Decreet Lokaal Bestuur in de politieke en ambtelijke integratie van het gemeentebestuur en het OCMW, wat zal zorgen voor een integrale aanpak van het lokale sociale beleid”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens. De individuele steundossiers zullen behandeld worden in een ‘Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst’. “Hiermee verhinderen we dat de individuele steundossiers voorwerp worden van politiek debat en verzekeren we de privacy van de meest kwetsbaren in onze samenleving.”

De integratie van de OCMW’s in de gemeente zorgt voor een efficiënter bestuur, met één administratie, één chef en één geïntegreerd personeelsbeleid.

Amendementen

Naast het ontwerpdecreet zelf, werden er ook nog een aantal amendementen goedgekeurd. “Hiermee verfijnen we als parlement dit decreet verder. Zo kunnen er subcomités voor de sociale dienst opgericht worden. Een amendement verduidelijkt de bevoegdheden hiervan. Ook wordt er nu voorzien in een tuchtregeling voor de voorzitter van de gemeenteraad”, zo verduidelijkt Nadia Sminate.

Opwaardering districten

Ook voor de districten, een mogelijkheid die voorbehouden wordt voor steden vanaf 100.000 inwoners, is er gezorgd voor meer duidelijkheid en efficiëntie. “Naamsverwarring wordt uitgesloten doordat de benoeming van districtsvoorzitter wordt aangepast naar districtsburgemeester”, vertelt Peter Wouters. “Bovendien zullen in de toekomst districtsraadsleden evenwaardig zijn aan gemeenteraadsleden en zo bijvoorbeeld ook in een intercommunale kunnen zetelen.”

Minder mandaten

Het ontwerpdecreet voorzag reeds in het beperken van het aantal bestuurders in de raden van bestuur van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden tot maximum 15. Bij amendement werden nu ook de directiecomités bij opdrachthoudende en dienstverlenende samenwerkingsverbanden afgeschaft. “In het kader van een goede corporate governance is het eigenaardig voor dat erboven op een beperkte raad van bestuur nog een directiecomité wordt georganiseerd, met directieleden uit de raad van bestuur zelf. Daar stoppen we dus mee”, zo besluit Andries Gryffroy.